In open water heb je ook 6 verschillende individuele proeven, waarvan er 2 op het strand en 4 in het water plaatsvinden. De 4 aflossingsproeven worden, met uitgezondering van de Beach sprint, in het water beoefend.
De Surf Race is een zwemwedstrijd. Het is het zwemmen door de branding. Vandaar de benaming “surf”. Tactiek, het lezen van de golven en kennis van stromingen zijn onontbeerlijk om deze wedstrijd winnend af te sluiten. De beste zwemmer hoeft niet steeds te winnen !
Het Surf Race parcours is zo’n 400 meter lang.
De start vindt plaats op het strand, zo'n 5 meter van de waterkant. Na het startsignaal rennen de deelnemers het water in en zwemmen het zwemparcours om de boeien. Daarna zwemmen de deelnemers terug richting het strand en rennen over de finish zo'n 15 meter vanaf de waterkant.
Vanuit een liggende positie op het strand, staan de deelnemers op, draaien en racen om een stokje (Beach Flag) te bemachtigen, die in het zand staat op ongeveer 20 meter van de start. Er is echter 1 stokje minder dan het aantal deelnemers. De atleet die geen stokje of flag kan bemachtigen, valt af.
Deelnemers liggen met het gezicht naar beneden met hun tenen op de startlijn en hun hakken tegen elkaar, handen op elkaar en met het hoofd rechtop. De ellebogen worden op één lijn geplaatst en de heupen en buik moeten in contact zijn met het zand. Het lichaam vormt een hoek van 90 graden ten opzichte van de startlijn.
Snelheid, explosiviteit en coördinatie worden ten volle aangesproken bij de proef beach flags.
De Beach Sprint is een spurt van 90 m die blootsvoets in het mulle zand op het strand wordt gelopen. De finish wordt bepaald door wie als eerste met de borst over de finishlijn loopt. De afstand voor de leeftijdscategorieën benjamins, miniemen bedraagt 60 meter. De afstand voor de cadetten en masters bedraagt 70 meter. Junioren, senioren en prémasters sprinten 90 m.
Kunstmatige startblokken zijn niet toegestaan, maar de atleten mogen wel gaten en/of heuveltjes in het zand maken om hun te start te vergemakkelijken.
De atleten lopen een strandloop van 2 kilometer in 4 stukken van 500 meter. Het rennen vind parallel aan de waterlijn plaats.
De leeftijdscategorieën van de benjamins en miniemen lopen een afstand van 1000 meter, de cadetten en de masters 1500 meter. De junioren, senioren en prémasters lopen 2000 meter.
De Surf Ski Race wordt gevaren met een Surf Ski. Deze lijkt op een kano maar een Surf Ski heeft ook nog eens pedalen om het roer te bedienen. Door gebruik van een peddel, wordt er snelheid gemaakt. Een Life Saving Surf Ski weegt minimaal 18 kilo en heeft een maximale lengte van 5,80 meter.
De deelnemers staan met hun Surf Ski naast zich, anderhalve meter uit elkaar in kniediep water. Na het startsignaal springen de deelnemers in hun Surf Ski en peddelen het parcours rond de boeien. Daarna wordt er teruggevaren richting strand. De finishlijn bevindt zich in het water tussen twee vlaggen. Om te finishen moet de lifesaver in contact blijven met zijn Surf Ski en peddel.
Als de omstandigheden geen goede en of eerlijke start- of finishplaats bieden, dan kan er een droge start en/of finish gehouden worden. Bij de droge finish is de finishlijn zo'n 20 meter vanaf de waterlijn op de kant en worden de Surf Ski's in het water achtergelaten en opgevangen door een helper.
De Board Race is een wedstrijd waarbij de atleten een parcours afleggen rond de boeien met behulp van een paddleboard of reddingsplank.
Deelnemers staan achter de startlijn met hun paddleboards.
Na het startsignaal lopen de deelnemers het water in, springen op hun board en peddelen het parcours rond. Ze keren terug naar het strand en rennen naar de aankomst. De aankomstvolgorde wordt bepaald door de lifesaver die als eerste met zijn board, met de borst de finishlijn overschrijdt.
De Oceanman/Oceanwoman is het koninginnenummer binnen de Life Saving sport. Het is tevens de langste proef.
De proef bestaat feitelijk uit een aan elkaar geknoopte Surf Race, Board Race, Ski Race en een Beach Sprint. De volgorde van deze onderdelen wordt geloot, maar het loopgedeelte is altijd de laatste proef. De combinatie van alle disciplines na elkaar vereisen van de atleet een grote polyvalentie.
Het volledige parcours is ongeveer 1400 meter.
De afstanden van de verschillende onderdelen zijn volgens het reglementenboek ongeveer als volgt:
Zwemmen: 288 meter
Boarden: 400 meter
Surf Ski: 500 meter
Rennen: 227 meter
Voor de leeftijdscategorieën benjamins, miniemen en cadetten wordt het Surf Ski gedeelte achterwege gelaten.
Wordt de Surf Ski als eerste onderdeel geloot, starten de atleten in kniediep water.
Elk team bestaat bij deze estafette uit vier atleten : een drenkeling, een redder met vinnen en reddingsgordel en twee helpers.
Op het startsignaal rent de drenkeling het water in en zwemt naar de hem aangewezen boei. Als de drenkeling de boei aantikt steekt hij zijn andere arm verticaal omhoog, zodat de redder weet dat hij mag vertrekken.
De redder rent het water in en trekt daar zijn zwemvliezen en reddingsboei aan. Daarna zwemt hij naar zijn drenkeling, die achter de boei ligt te wachten. Achter de boei wordt de drenkeling in de reddingsboei geklikt.
Zo zwemt de redder met de drenkeling terug richting strand. De drenkeling moet tijdens het slepen in ruglig blijven liggen. De drenkeling mag meehelpen, maar alleen onderwater. Hij mag geen armbewegingen maken boven het wateroppervlak. Dichterbij de kant gekomen nemen de twee helpers de drenkeling over en slepen deze over de finish. Het slachtoffer mag in geen enkel geval lopen of zijn benen gebruiken. De finish wordt bepaald op het moment dat de eerste deelnemer van het team over de aankomstlijn loopt. Deze deelnemer moet wel in contact zijn met de drenkeling.
Teams van vier atleten doen mee in de estafetteloop over een loopparcours van 90 meter. Elke deelnemer van het team loopt blootsvoets op het zand in een afgebakende baan met een estafettestokje in de hand en geeft deze door aan de volgende loper van zijn team.
Board Rescue is een aflossingswedstrijd voor een team van 2 atleten : een drenkeling en een lifesaver met paddle board.
Bij deze proef zwemt de drenkeling naar de hem aangewezen boei. Als hij de boei aangetikt, zwaait hij naar zijn teamgenoot op de kant en wacht tot hij opgepikt wordt.
Wanneer de drenkeling zijn arm vertikaal omhoog steekt als teken dat hij bij de boei is aangekomen, mag de redder het water inlopen met zijn paddle board om zijn slachtoffer te gaan redden. Aan de achterzijde van de boei klimt de drenkeling voor of achter op het board en samen peddelen ze terug naar de kant. De boei wordt met de klok mee gerond.
Bij het overschrijden van de finishlijn op het strand moeten beide teamleden met het board in contact zijn.
Er bestaat ook een variant van deze aflossingsproef met 2 x 2 teamleden.
Deze estafette, (vroegere benaming "Taplin relay") wordt net als de individuele oceanman/oceanwoman ook wel beschouwd als de koningsestafette, omdat alle facetten van de Life Saving sport erin terugkomen. De Ocean(wo)man Relay is dan ook hetzelfde als een Oceanman/Oceanwoman, alleen wordt elk onderdeel door een andere atleet uitgevoerd.
De Oceanman/Oceanwoman Relay is een aflossingsproef bestaande uit een aaneenschakeling van een Surf Race, een Board Race, een Ski Race en een Beach Sprint.
Bovenstaande indeling van de proef wordt op de Europese en Wereld Kampioenschappen toegepast. In Australië, waar dit onderdeel vandaan komt, wordt deze estafette anders ingedeeld. Zo wordt de Oceanman Relay niet met 4 maar met 6 atleten uitgevoerd : 2 zwemmers, 2 boarders en 2 skiërs. Hetzelfde onderdeel wordt twee keer na elkaar uitgevoerd.